Blog
Vernieuwbouwen met oude kranten
Een van onze belangrijkste adviezen aan onze klanten luidt: “Roken & Blowen is goed voor u”. In deze blog leggen we dit ogenschijnlijk controversiële advies uit.
Isolatiewaarden is vers 1
Al sinds de jaren ’80 roept de overheid burgers op hun woningen te isoleren. Gevolg: De onbewust onbekwame burger rijdt op zaterdagmorgen in optocht naar de bouwmarkt, vraagt advies aan de qua vriendelijkheid bekwame zaterdaghulp en laat zich wat rollen glaswol aanpraten. “Neem die met zo’n aluminiumlaagje, dat werkt nóg beter”. Vol trots wordt dit op de vrije zaterdagen tegen de zolder aan gespijkerd. Foto op Insta en het klushuis is weer een stap verder de toekomst in geschopt.
Na een paar jaar monitoren blijkt uit de cijfers van het gasverbruik dat het resultaat zwaar tegenvalt. Het comfort is er nauwelijks beter op geworden, en na inspectie van het zaterdagwerk blijkt er achter de glaswol een dikke laag schimmel en houtrot te zijn ontstaan.
Tot overmaat van ramp is ook de geluiddempende werking van de noeste huisvlijt teleurstellend. Het gebulder van vliegtuigen is er niets minder op geworden.
Zelfs het laten uitvoeren van een renovatie door een aannemer is lang geen garantie voor een goede uitvoering, zie bijvoorbeeld dit filmpje dat we maakten van een nieuwe uitbouw die zeer oncomfortabel is: film "Hier in huis zelfs waait de wind"
Luchtdichtheid is vers 2
Dus worden de heren van Plushuis gebeld. Die leggen geduldig uit dat de dikte van de isolatielaag maar een deel van het hele verhaal is. Dat is het meest zichtbare deel waar we ons met zijn allen jaren op blindgestaard hebben. En de burger hoeft zich echt niet te schamen, ook de professionals hebben dat gedaan, sterker nog, doen dat nog steeds.
Het minst zichtbare deel van isoleren is nl. het kierdicht of beter gezegd luchtdicht maken. Het is letterlijk ongrijpbaar, maar zeker zo belangrijk. Door het niet kierdicht zijn van een huis lekt heel veel energie in de vorm van warme lucht ongecontroleerd weg. In de zomer komt juist veel ongewenste warme lucht naar binnen via dezelfde luchtroutes. Dit geeft veel discomfort en bouwfysische problemen met kans op het ontstaan van rot en schimmelgroei in de constructie. Ook geluid van buitenaf (vliegtuigen!) kiest vooral de luchtroute. Door de luchtdichtheid te verbeteren win je ook op dit belangrijke aspect winst. Tenslotte is een kierdichte woning ook belangrijk voor een goed werkend ventilatiesysteem.
Met onze aanpak zijn we in staat om wél grip op de luchtdichtheid en dus op de bespaarzaak en het wooncomfort te krijgen. Daardoor kenmerkt zich elk Plushuis© door een zeer hoge luchtdichtheid.
Luchtdichtheid meten met 2 maten
Eerst enige uitleg over de techniek van het luchtdicht testen: De te meten woning wordt met de blowerdoor (een gekalibreerde ventilator in een meetdeur) op onderdruk en overdruk gezet. We bepalen de hoeveelheid lucht die nodig is om een bepaalde drukval (in Pa.) tussen binnen en buiten te handhaven. We doen dat van 10 tot en met 90 Pa. steeds met stapjes van 10 Pa.
In heel Europa wordt luchtdichtheid gemeten bij 50 Pa. Dat is een winddruk die vergelijkbaar is met windkracht 5 op de gevel. De Nederlandse wetgever wijkt daarvan af en rekent met 10 Pa. Dat is de druk bij windkracht 2 tot 3. Gedachte is dat dat de gemiddelde waarde over het jaar is. Maar daarmee hou je jezelf in onze ogen voor de gek: Juist ook bij die windkracht 5 en hoger wil je dat de gordijnen stil blijven hangen. Ook vergroot je eventuele bouwfouten en bouwfysische gebreken uit bij hogere luchtdruk zodat wij ze veel beter kunnen opsporen en laten zien aan. Vandaar dat we bij voorkeur volgens die Europese norm werken.
In deze tabel hebben we links de Nederlandse meetpraktijk weergegeven met de meestal gebruikte Nederlandse bouwbesluit-eis, en rechts de Duitse passiefhuis-praktijk.
Bij de qv10 zie je in de eenheid dat de hoeveelheid lucht per m2 verwarmd vloeroppervlak wordt uitgedrukt. Bij de n50 wordt dat per m3 inhoud van de woning gedaan. Dit maakt onderling vergelijken wat lastig (door zolders e.d.).
Als we “appel met appels” gaan vergelijken en de voorbeeldwoning van 500 m3 inhoud die net voldoet aan de Nederlandse norm uit het bouwbesluit voor de minimale luchtdichtheid zouden testen volgens de Europese norm dan zou spontaan ca. 1500 tot 2000 m3/h door deze woning waaien bij windkracht 5. Dat noemen wij dus geen doorzonwoning maar een “doortochtwoning” ofwel een #spijthuis”!
Doorrekening effect betere luchtdichtheid
In de in Nederland veel gebruikte rekensoftware om voor nieuwbouw de EPC-waarde te toetsen of om de capaciteit van een warmtepomp te berekenen wordt aan een betere luchtdichtheid vrijwel geen waarde toegekend. In de degelijke Duitse rekentool nZEB-rekentool zie je de inspanningen daarvoor wél beloond. Onderstaande doorrekening met onze nZEB-rekentool geeft aan wat de effecten zijn van een betere isolatie of juist betere luchtdichting.
Onze standaard aanpak naar sterk verbeterde luchtdichting
0-meting
Bij renovatie doen we vrijwel altijd een 0-analyse van de huidige situatie met daarin:
1. Thermografisch en luchtdichtheidsonderzoek aan de woning.
2. Doorrekenen van de woning met de nZEB-rekentool.
Het onderzoek wordt als volgt uitgevoerd:
a. Met de warmtebeeldcamera krijgen we met een eerste scan aan de buitenzijde al een beeld van de warmte- en luchtlekken. Dit doen we voordat de zon opkomt.
b. De woning wordt met de blowerdoor op onderdruk gezet. De woning wordt vervolgens aan de binnenzijde met de warmtebeeldcamera opgenomen. Hierbij worden warmte- en luchtlekken zichtbaar gemaakt. De luchtlekken zijn ook voelbaar door de onderdruk die we gecreëerd hebben.
c. Aanvullend kunnen, met de woning op onder- of overdruk, met rook luchtlekken nog duidelijker zichtbaar gemaakt worden.
d. Tot slot wordt de luchtdichtheid van de woning bepaald bij onder- en overdruk.
Deze meetwaarde gebruiken we als invoer voor onze nZEB-rekentool.
Door dit onderzoek krijgen we een zeer goed inzicht hoe de woning is gebouwd en geïsoleerd. Inmiddels hebben we vele tientallen woningen maar ook bedrijfspanden op deze grondige manier in beeld gebracht.
Foto's: Gerard Scheers
De ene test is de andere niet
Als lid van de Nederlandse Branchevereniging Voor Luchtdichtheidsmetingen (NBVL) houden we ons aan het meetprotocol dat is opgesteld voor het doen van betrouwbare luchtdichtheidsmetingen. Door op een zelfde manier te testen zijn onze metingen altijd reproduceerbaar, een andere tester zal dus op een andere meetdag vrijwel dezelfde meetwaarden vinden. Dit meetprotocol (BGS13-01) is hier te downloaden: Meetprotocol BGS 13-01 Luchtdichtheidsmetingen. Nu komen we de laatste tijd steeds meer partijen tegen die zich niet aan dit meetprotocol houden. Die schaffen zich een blowerdoor aan en een thermografie-camera en leveren een foto aan met het testschermpje met daarop een n50-waarde. Verder een verzameling foto's met daarbij aangegeven waar de lekken zitten. Vervolgens komen de klanten die dit onderzoek hebben laten uitvoeren toch bij ons uit omdat ze doorhebben dat het weten waar de lekken zitten slechts het begin is, het komt uiteindelijk aan op de goede uitvoering! Dit vraagt gedegen bouwkundige kennis en ervaring die niet aanwezig blijkt te zijn bij de collega testers. Wij moeten deze klanten altijd teleurstellen, we kunnen namelijk maar heel weinig met zulke metingen en foto's.
In dit verband kunnen we vermelden dat wij gecertificeerd thermograaf zijn als ook gecertificeerd luchtdicht-testers (als ook gecertificeerd passiefhuis-vaklui en tevens ISSO-gecertificeerd rekenaars aan lucht-water warmtepompen (ISSO 98) en bodemwarmtepompen (ISSO-72).
Wij juichen de aankondiging van het oprichten van een "Gilde van Verduurzamers" door o.a. Harm Valk van Niemann dan ook van harte toe, die gaat naar verwachting kaf van het koren scheiden.
Begeleiding tijdens de bouw (zowel renovatie als nieuwbouw):
Middels Toolbox-sessies geven we op het werk aan de werkvoorbereider, uitvoerder en bouwvakkers instructie over de te gebruiken materialen en technieken. Om te controleren of er nog verbeteringen nodig zijn wordt de luchtdichtheid in de ruwbouw vastgesteld. Op dat moment kan er nog goed bijgestuurd worden.
Oplevering:
Elk Plushuis wordt bij oplevering met de blowerdoor getest om de eindwaarde van de luchtdichtheid vast te stellen. Na het slagen van de eindtest reiken we bij de oplevering het Plushuis-certificaat uit waarin de meetwaarde van de luchtdichtheid staat.
Harde prestatiegaranties door “meten is weten”
Het zal niet verbazen dat de aandacht voor luchtdichtheid een rode draad vormt door al ons advieswerk. Alleen door aan de voorkant en tijdens het bouwproces zelf de juiste aandacht aan luchtdichtheid te besteden kunnen we met het bouwteam een gegarandeerd gezond en comfortabel Plushuis© garanderen.
De eisen die we aan de luchtdichtheid stellen:
Plushuis-eis aan qv10 (dm3/s * m2)
Renovatie “Vernieuwbouw” Plushuis < 0,35 streven < 0,25
Nieuwbouw Plushuis < 0,20 streven < 0,15
Als referentie: een zeer luchtdicht passiefhuis heeft een n50 onder de 0,6/h. Dat komt ongeveer overeen met een qv10 lager dan ca. 0,15 dm3/s * m2. Bij nulmetingen van de doorsnee Nederlandse woningen meten we qv10’s tussen de 1 en de 3, met uitschieters naar onder bij betere nieuwbouw rond 0,6 en naar boven van 6 dm3/s * m2.
Elk volgende huis weer net iets beter
Zoals overal geldt ook in ons werk de wet op de remmende voorsprong: elk volgend huis waar we bij betrokken zijn wordt weer beter dan het vorige. Elke keer dat we samen met een bouwteam een huis opleveren stijgt het kennisniveau van de bouwteamleden. Dat geldt voor de architect, de aannemer, de installateur en onze klanten zelf ook. Op hun beurt verspreiden zij weer de kennis die ze van ons geleerd hebben.
Dit is precies wat ons drijft in ons werk: Gezonde en comfortabele huizen leveren die vakkundig zijn gebouwd of vernieuwbouwd door meer aandacht aan de voorkant voor de bouwkwaliteit en dus de luchtdichtheid.
Nicolaas van Everdingen
maart 2018